Elke werkgever moet premie betalen voor de financiering van de Werkhervattingskas (Whk). De Whk-premie bestaat uit de WGA-premie en de Ziektewet (ZW)-premie. De basis voor de premieberekening wijzigt per 1 januari drastisch en dat kan grote financiële gevolgen hebben voor uitzenders én detacheerders.
Oude situatie: sectorverloning
Voor de berekening van de Whk-premie vallen uitzendbureaus al sinds jaar en dag standaard onder de vaak duurdere sector 52 (gemiddelde premie 2020: 7,31%). Maar tot nu toe maken veel uitzenders gebruik van de mogelijkheid om via sectorverloning hun uitzendkrachten in een andere sector (met een lagere premie) te laten indelen.
Kort gezegd: als meer dan 50% van de aard van de werkzaamheden (loonsom) bijvoorbeeld thuishoort in de zakelijke dienstverlening; dan mocht het uitzendbureau alle uitzendkrachten laten indelen in die sector, waarvoor dus een veel lagere premie geldt (2020: 0,88%). Een voorwaarde was wel dat het uitzendbeding niet werd toegepast.
Nieuw: uitzenders en detacheerders in sector 52
Maar per 1 januari 2020 wordt – tegelijkertijd met de invoering van de WAB – de vaksectorverloning afgeschaft. De nieuwe basisregel is dat alle flexbedrijven onder sector 52 vallen. Een criterium hierbij is ‘zuiver’ uitzenden. Intra-concern uitzenden en payroll vallen hier niet onder, maar let op: detacheren wel!
Dit betekent dat ook detacheerders die nog nooit met sector 52 te maken hebben gehad, opeens die hoge sector 52-premie moeten gaan betalen.
Gesplitste aansluiting
Een andere wijziging betreft de gesplitste aansluiting. Om te voorkomen dat een flexbedrijf dat voor meer dan 50% aan bijvoorbeeld payroll doet (sector 45) en vervolgens hier ook zijn uitzendkrachten onderbrengt tegen de gunstigere premies, is de gesplitste aansluiting ‘nieuwe stijl’ bedacht.
Indien de betreffende BV meer dan 15% aan uitzenden doet, zal de werkgever dan de payrollkrachten in sector 45 moeten indelen en de (individuele) uitzendkrachten in sector 52.
Gevolgen grote detacheerders
De wijzigingen in de sector 52-indeling kan grote financiële gevolgen hebben voor detacheerders.
Belangrijk daarbij om te weten is dat de Belastingdienst onderscheid maakt op basis van de grootte van een bedrijf bij de bepaling van de Whk-premie. Hierdoor kunnen de verschillen in te betalen premie sterk verschillen per bedrijf.
- Een kleine werkgever (loonsom € 337.000,-) betaalt grofweg de gemiddelde sectorpremie (ingeval van uitzenders/detacheerders dus de Sector 52-premie).
- Een grote werkgever (loonsom > € 3.370.000,-) betaalt een premie die individueel wordt bepaald.
- Een middelgrote werkgever (loonsom € 337.000,- tot € 3.370.000,-) betaalt een premie die deels individueel en deels sectoraal bepaald is (gewogen gemiddelde).
Bij grote werkgevers kunnen grote verschillen ontstaan. Een grote detacheerder met een laag verzuim zal een relatief lage premie hebben en houden. Maar voor een grote detacheerder met een slechte verzuimhistorie verandert er wel degelijk iets.
Voorheen maakte zo’n detacheerder gebruik van het voordeel dat de premie werd afgetopt tot een maximum (2,08% in 2020). Maar dat kan niet meer vanaf 1 januari, want voor sector 52 geldt een veel hoger maximum (10,02%). Deze detacheerder zal dan de feitelijke premie moeten betalen, en dat verschil kan fors oplopen.
Hoe werkt in de praktijk?
Alle flexbedrijven, zowel uitzenders als detacheerders, hebben inmiddels een brief gekregen van de Belastingdienst over wat de sectorherindeling voor hen betekent. Nog voor het eind van het jaar ontvangen werkgevers ook de beschikking van de Belastingdienst met concrete premiepercentages voor hun arbeidskrachten.
Het kan zijn dat de Belastingdienst een fout maakt, bijvoorbeeld door u in de goedkopere sector 20 in te delen, terwijl u weet dat dit sector 52 hoort te zijn. Of u heeft alleen maar payrollmedewerkers, maar de Belastingdienst heeft u toch in sector 52 ingedeeld.
Of u nou financieel nadeel of voordeel heeft van een foutieve indeling, u doet u er verstandig aan bezwaar aan te tekenen als de sectorindeling volgens u niet klopt. Want u blijft zelf verantwoordelijk voor de juiste sectorindeling. U dient dus zelf na te gaan in welke sector u als werkgever hoort te zitten en of u aan de voorwaarden voldoet.
Mocht achteraf blijken dat uw sectorindeling niet juist is, dan kan de Belastingdienst met terugwerkende kracht alsnog een naheffing opleggen voor de gederfde premies.
Dus heeft u (nog) geen brief ontvangen of denkt u dat de sectorindeling niet klopt, teken Bezwaar aan!